Nuenen Centraal
Gemeente hoeft zorgopleiding van 15.000 euro voor vrouw uit Nuenen niet te betalen

De gemeente Nuenen hoeft de zorgopleiding van ruim 15.000 euro van een 20-jarige vrouw niet te vergoeden. Dat besliste de bestuursrechter van rechtbank Oost-Brabant gisteren.

De vrouw, die cognitief zwakbegaafd is, stopte in maart 2015 met haar opleiding zorg en welzijn niveau 2. In september 2015 werd ze op eigen verzoek geplaatst op een beschutte interne werkplek bij werkbedrijf WSD. Daarna werkte ze met een loonkostensubsidie als productiemedewerker bij een extern bedrijf om vervolgens via WSD te worden gedetacheerd als productiemedewerker. In augustus 2016 stopte ze met haar werk om een opleiding tot verzorgende niveau 2 te gaan volgen bij Prins Heerlijk, een particulier instituut voor onderwijs aan jongeren met een beperking. Deze opleiding duurt twee jaar en kost 15.000 tot 17.000 euro. De vrouw verzocht de gemeente Nuenen deze kosten te vergoeden. Zij vroeg om het toekennen van een zogeheten participatiebudget. De gemeente Nuenen weigert een vergoeding.

Andere werkopties
Volgens de gemeente is de vrouw op haar verzoek een geschikt traject aangeboden binnen WSD. Bovendien heeft ze tweemaal het aanbod gehad om te kijken naar andere werkopties. Hiervan heeft de vrouw geen gebruik gemaakt. Volgens de gemeente is niet aangetoond dat de opleiding bij Prins Heerlijk de kansen van de vrouw op de arbeidsmarkt vergroot. Verder wijst de gemeente er op dat de kans bestaat dat het bedrag aan loonkostensubsidie voor haar eventuele baan na de nieuwe zorgopleiding hoger zal zijn dan de subsidie voor de baan als productiemedewerker.

De vrouw vindt dat zij de vrijheid moet krijgen om zelf een studie of werk te kiezen. Ze wil niet door de gemeente gedwongen worden haar hele leven als productiemedewerker te werken. Het werk dat ze deed voor WSD lijkt volgens haar meer op uitzendwerk dan op een traject voor arbeidstoeleiding.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente Nuenen door het aanbieden van beschut werk en het verstrekken van een loonkostensubsidie aan de vrouw, heeft voldaan heeft aan de Participatiewet 2015. Verder merkt de rechtbank op dat de vrouw gezien haar leeftijd (jonger dan 27 jaar) en het feit dat ze niet bijstandsgerechtigd is, niet in aanmerking komt voor een zogeheten participatieplaats. Daarmee komt ze ook niet in aanmerking voor het bijbehorende scholingstraject. Bijstand wordt alleen verleend aan iemand die niet zelf in staat is om in zijn noodzakelijke onderhoud te voorzien. De rechtbank stelt dat het de vrouw vrij staat een passende opleiding te volgen, maar de kosten ervan kunnen niet vanuit de bijstand vergoed worden.


Bron: rechtspraak.nl
Nieuws Nuenen -   26 september 2017